Menu

Jaren 1963-1973

Allemaal vrienden

Kasteel Nijenrode

In 1946 speelde Arnold de Wolf zijn eerste rugbywedstrijden. Hij was 10 jaar oud en zat in Engeland op school. Tien jaar later rugbyde hij bij RC Nijenrode en in 1958 werd hij lid van RC ’t Gooi. “’t Waren voor mij allemaal vrienden”, zegt Arnold als hij het over zijn medespelers uit die tijd heeft. Een verhaal over zo’n 70 jaar betrokkenheid bij rugby, opgetekend in augustus 2017.

Arnold de Wolf passt de bal voor RC Nijenrode

Het zwaartepunt van het rugbyen bij RC ’t Gooi lag voor Arnold de Wolf (1936) in de jaren ’60. In de jaren ’70 vroeg zijn eigen bedrijf steeds meer aandacht. Hij ging minder wedstrijden spelen en zette er in 1974 een punt achter. Het was begonnen in 1946-1948, toen Arnold in Engeland schoolrugby speelde. Acht jaar later pakte hij op Nijenrode de draad weer op. Zijn sportdocent, Frank Brookman, speelde zelf ook mee met RC Nijenrode. Arnold vertelt: “er werd serieus gespeeld, Brookman was fanatiek en dat had z’n invloed op het team. In de competitie deden we serieus mee. We waren heel fit, deden veel aan sport, ook naast het rugby. AAC was onze sterkste tegenstander in die tijd”.

In 1958 ging Arnold kijken bij RC ’t Gooi, waar zijn buurjongen Dick Bloksma speelde. Loek van Keller zag hem langs de lijn staan en vroeg of hij die scrumhalf van Nijenrode was. In de kortste keren werden er een shirt, een broek en een paar schoenen bij elkaar gescharreld en speelde Arnold zijn eerste wedstrijd voor ’t Gooi. Er zouden er nog vele volgen, altijd als scrumhalf. Via Dick Bloksma ontmoette Arnold in 1967 ook zijn vrouw Ammy. Arnold ging op bezoek bij Dick, die met een hernia in het ziekenhuis lag. Dick’s vrouw was bevriend met Ammy, die kwam ook op bezoek en zo is ’t gekomen.

RC ’t Gooi had soms moeite om een compleet team bij elkaar te krijgen. Er waren te weinig spelers en het was niet goed georganiseerd. Presteren kwam zeker niet op de eerste plaats, maar ’t was wel buitengewoon gezellig. De spelkwaliteit van ’t Gooi was duidelijk minder dan die van Nijenrode. Maar het enthousiasme was enorm. “Het was een vriendenclub, waarbij je maatschappelijke positie niet uitmaakte. Het is altijd een club van mensen geweest, niet van posities”, zegt Arnold.

Oude Meesters 1974. Achter: Peter Oomens, Piet Bakker, (voorhoofden van) Hans en Joop vd Bovenkamp, John Heydendahl, Hans Walscheid van Dijk, Cees van Gelderen, Eisse Zorge, Frans Lambour, Joop van Gelderen, Pieter Luteyn, Peter Akkermans, midden: Ge Meerman, Piet Dijkman, Chris Veerman, Rob Plat, Henny Westerweel, vooraan: Dolf Ubaghs, Arnold de Wolf, Ernst Sandtmann, Ton de Mey, Paul Wurster

“Van de spelers uit die tijd herinner ik me natuurlijk Dick Bloksma en zijn broer Piet. En natuurlijk ook Pim Westerweel en z’n broer Henny, de architect. Henny heeft verschillende gebouwen voor mijn bedrijven ontworpen. Ook Cees van Gelderen was niet alleen een rugbymaatje, maar hij verzorgde in het begin ook alle drukwerk voor mijn bedrijf. Later werd dat te complex voor zijn drukkerij. Loek van Keller was de grote animator van de club. Hij stimuleerde iedereen tot spelen, was enthousiast en trok je mee. Ik heb zelfs ook nog een enkele keer met Joop van den Bovenkamp, de vader van Hans, gespeeld.

Pieter Luteyn, Frits Frankfort, Pim Ooms, Piet Dijkman en Arnold de Wolf in 1974

Piet Dijkman was full back, daar kwam niemand langs. Hij was heel snel met die korte, dikke beentjes. Ernst Sandtmann was vanaf mijn begin bij RC ’t Gooi al lid. Je kon lachen met hem. Hij was altijd de laatste die uit het clubhuis wegging. Een snelle speler, kon heel goed tackelen. Hans Walscheid van Dijk kwam ook van Nijenrode, daardoor hadden we direct al goed contact met elkaar en dat is zo gebleven. John Heydendahl dronk geen druppel alcohol, maar hoorde er helemaal bij. Hij was autocoureur. Ik kan niet zeggen, dat er bepaalde spelers waren waar ik specifiek mee omging. Met Jack Heer, Eisse Zorge, Joop Smaal en Paul Wurster trok ik graag op en vandaag de dag nog steeds. Het waren voor mij allemaal vrienden.

In bad bij Parkhouse

Ik herinner me de trip naar SV Victoria in Hannover, in 1963. De voorbereiding was, dat wij na de training ’s avonds met zijn allen naar de sauna gingen. En vervolgens nog éven in café Spoorzicht een pilsje dronken. Toen was het ineens 2 uur. We besloten dan maar direct door te rijden naar Hannover. We speelden twee wedstrijden. De eerste verloren we grandioos. Toen ik als scrum half in de tweede wedstrijd de bal naar Ernst Sandtmann (fly half) speelde, hield hij zijn handen klaar om de bal te vangen, maar hij vergat ze op elkaar te doen. Ik zie die bal nog vliegen. Ook denk ik, dat de trips naar Parkhouse toen al traditie waren. We kregen altijd zwaar op de broek, maar dat haalden we ’s avonds wel in. Ze hadden daar zo’n groot gemeenschappelijk bad, dat kenden wij niet. Op de terugweg op de boot zag Peter Akkermans ergens het uniform van een douaneman hangen. Hij trok het aan en dirigeerde de vrachtauto’s naar de “goede” plaats. Toen dat spaak liep trok hij gauw het douane uniform weer uit”.

Arnold de Wolf in 2017

Over het huidige RC ’t Gooi zegt Arnold: “Toen ik zelf nog speelde heb ik er weleens aan getwijfeld of de club het in de toekomst zou redden. Maar het is een echte club geworden met een hele serie teams, veel jeugd en goed spel. Er is een enthousiaste achterban met o.a. de klussenclub en de Club van 100. En er is een goed bestuur, dat ervoor zorgt, dat zowel de jeugd als de oude garde betrokken blijven”.

Meer lezen over “Gouden Gooiers”? Ga naar:

Louis van Keller

Pim Westerweel

 

Comments are closed.