Menu

Jaren 1943-1953

Een diploma van niks?

Het RC ´t Gooi-archief bestaat voor een groot deel uit vergeelde, half-vergane vellen papier, die licht-zurig ruiken. Brieven, overzichten, lijsten, agenda’s, verslagen, clubbladen, bulletins en dergelijke. Maar soms kom je iets verrassends tegen. Zoals het RC ’t Gooi-diploma.

Het is een mini-boekje met een lichtblauwe omslag, formaat 10 bij 7 centimeter. “Bussumsche Rugby-Club”, zo noemden we ons toen nog vol trots, voordat de eigenlijke naam “’t Gooi” werd genoemd. En ook dat 1946-1947 ons 15e seizoen was (wat niet klopt!).

Binnenin wordt de oprichtingsdatum genoemd: 14 januari 1933 en ook de clubkleuren lichtblauw – donkerblauw. Dat is niet hetzelfde als de huidige clubkleuren koningsblauw – marineblauw. Er staat vermeld dat het een diploma is. Dat is intrigerend, want welke vaardigheden beheerst de gediplomeerde, die een “gewoon” mens niet beheerst? Het zal wel iets met rugby te maken hebben. Maar hoe, wanneer en door wie is dat vastgesteld? Dat is niet alleen volstrekt onduidelijk, er wordt ook geen poging gedaan om het uit te leggen. En dat is verdacht.

Kees Meeuwis (geknield, links) bij het seven a side-toernooi in Delft, om de Henri van Booven bokaal, 1938.

Naam en adres van de gediplomeerde kunnen worden genoteerd en dan wordt het interessant, want: “Ieder lid behoort dit diploma bij wedstrijd en training in zijn bezit te hebben”. Dat lijkt praktisch al lastig; waar laat je zo’n diploma bij een wedstrijd of training als je een shirt en broek zonder zakken hebt? En als je die wel hebt: hoe verfrommeld, bemodderd en doorweekt wordt zo’n diploma dan? Bovendien: wat heeft het voor zin dat je het diploma bij je hebt? Gaat de trainer of scheidsrechter controleren wie je bent? Zonder pasfoto? Kees Meeuwis – de oorspronkelijke eigenaar van het diploma – geloofde daar blijkbaar niet in, gezien de gave staat van zijn diploma. Voor welke datum en bij wie je eventueel moet bedanken voor je lidmaatschap wordt vermeld, evenals het terrein waar gespeeld werd: Sportpark Zuid in Bussum.

Dan volgt er een dubbele pagina met praktische, nuttige informatie. De namen, adressen, telefoonnummers en functies van de leden van het bestuur, de technische commissie en de redactie van De Scrum. Eerste penningmeester J.D. Meeuwis is overigens de vader van Kees.

De volgende dubbele pagina biedt de mogelijkheid het wedstrijdprogramma en de resultaten van Gooi-A te noteren. Kees Meeuwis – hij was ook bestuurder van de Nederlandse Rugby Bond – heeft dat getrouw gedaan. Hij komt niet verder dan 11 wedstrijden in het hele seizoen, waarvan twee interlands, waaronder Nederland-Tsjechoslowakije, op 10 november 1946 (8-14). Een vorstperiode van ruim drie maanden was de schuldige.

De dubbele pagina die dan volgt biedt hetzelfde, maar nu voor Gooi-B. Kennelijk waren er voldoende spelers voor twee teams. Hoewel: er staan niet meer dan acht uitslagen genoteerd, waarvan twee interlands. En ook hier natuurijk weer die lange vorstperiode.

De laatste pagina gaat over geld. De contributie van één tientje kon in vier termijnen van ƒ 2,50 worden voldaan en ook de bijdrage voor De Scrum was ƒ 2,50. Jeugdleden (tot 16 jaar) betaalden slechts ƒ 5,00 per jaar. De handtekening van de 1e of 2e penningmeester “bewees” dat je betaald had.

Op de binnenkant van de omslag staat een oproep om leden en donateurs te werven. De minimum-donatie was ƒ 5,00 per jaar.

Het idee voor het Gooi-diploma was blijkbaar niet helemaal origineel. Hier iets soortgelijks van Swansea Cricket & Football Club uit 1945-1946.

Was het nu een diploma van niks, of was het eigenlijk best een aardig idee? Het had in elk geval een paar praktische en nuttige functies. Maar een écht diploma was het natuurlijk niet. Het was zeker niet in alle opzichten goed doordacht. En dat is misschien wel de reden dat er na het seizoen 1946-1947 geen nieuwe RC ’t Gooi-diploma’s meer gesignaleerd zijn.

Meer hierover lezen? Ga naar:

Weg van Bussum

Bussumse sportweek 1941

Comments are closed.