Menu

Jaren 1943-1953

Naar Parijs, de licht(e) stad (november 1950)

Ned teamNederlands team, 26 november 1950, Parijs.  Achter: Ab Roodlieb (Gooi), Siep Reijnders (AAC), Cor de Rie (Gooi), Nico Kist (DSRC), v.d. Hoek (DSRC), Ben Ziepzeerder (AAC), Anton v.d. Beek (AAC), Toon Bogers (AAC), ?, Ref ?, voor: Piet Dijkman (AAC, later Gooi), Ab Nordeman (Gooi), ? (DSRC), Werner Büchner (Gooi), Joop van Vught (AAC), ?, ?, ?

Via Pieter Tolsma – oud-AAC- en Nederlands team speler – kwamen we in het bezit van foto’s en verslagen van de wedstrijd Parijs B – Nederlands bondsteam uit 1950. In ons clubarchief zat al een teamfoto, waarvan de achterzijde vermeldde dat deze in Parijs gemaakt was. Maar wanneer precies en bij welke gelegenheid? Duidelijk was wel, dat er een aantal Gooiers van het team deel uitmaakte: Ab Roodlieb, Cor de Rie, Piet Dijkman (toen nog AAC, later ’t Gooi), Ab Nordeman en Werner Büchner. Maar nu werd het hele plaatje duidelijk. Het begon op 11 november 1950 met de uitnodiging aan de geselecteerden. Uitgenodigd worden was natuurlijk eervol, maar wat te denken van een bijdrage van 15 gulden in de reiskosten..? Afijn, het waren blijkbaar andere tijden, 63 jaar geleden.

Mail0013De uitnodigingsbrief van 11 november 1950

In Try, clubblad van AAC – Rugby, van 15 december 1950, schreef Piet Dijkman het volgende verslag.

1950-12-15 Try AAC-clubblad kopDe kop van Try, van 15 december 1950, met tekening van een tackle (maar geen try!)

Eerst Parijs zien en dan pas naar bed

In dit geschrift zal ik proberen u in het kort een waarheidsgetrouw verslag te geven van onze belevenissen gedurende de pelgrimage van het Nederlandse XV naar het wuft Parijs, de licht(e) stad. Geheel in tegenstelling tot de rugbytradities waren er deze keer geen moeilijkheden met paspoorten, visa en andere documenten. Het gezelschap vertrok op tijd en in Delft behoefde zelfs niemand uit bed gehaald te worden. Het traject Amsterdam – Parijs leverde voor ons, bereisde Roelen als we zijn, geen nieuwe gezichtspunten op. Er waren er die even uit het raam keken en dan met een effen gezicht beweerden: “Nog een kwartier en we zijn al in Laon”, of: “Nog goed twintig minuten en we zijn Soisson al weer voorbij”, zoals ze in lijn 24 zullen zeggen: “Nog twee halten en we zijn weer op de Munt”.

In Brussel stopten we voor een kopje koffie. De chauffeur voerde ons naar een soort Melksalon, waar men, zoals het ons voorkwam, tegen ontucht geen bezwaar had. Wij rugbyers vulden dit etablissement met ons weliswaar kuis, maar toch zeer luidruchtig vertier. Vooral enkele oorspronkelijk voor kinderen bedoelde speelanlagen stonden in de belangstelling. Gezien de omstandigheden is er opmerkelijk weinig gebroken. Gedurende de tocht was de stemming zoals gebruikelijk: er werd geslapen en er werden rugbykrantjes gelezen en hier en daar vormden zich kleine groepjes waar hard en zinnelijk werd gelachen, als gold het een bonte trein. Bij nader onderzoek bleek, dat in het centrum van deze groepjes mopjes voor grote mannen werden verteld. In de buurt van Soisson werd ten tweede male gestopt, nu was het niet voor koffie, nu moest het wijn worden. Frankrijk had ons te pakken.

In Parijs bleek dat men werkelijk op ons had gerekend, hetgeen niet tegen viel. Bij de toewijzing der kamers werden nummers en dergelijke haarfijn genoteerd, hetgeen niet, zoals we dachten een spits mopje was, maar een ingenieus plan, uitgedacht door de infernale breinen van onze officials om de heren spelers te controleren en op een christelijk uur aan het bed te 1950-12-15 Les Naturisteskluisteren. Er wordt verteld, dat Nico Hobbelman alle spelers een nachtkusje is komen brengen om vijf over elf. Ondanks het bovenomschreven strenge controle-systeem mochten we toch een uurtje uit en richtten we onze schreden naar een huis van plezier waar de grote attractie was dat een juffie werd geslagen en aan de haren over de grond werd gesleurd. Onze getrouwde vrienden zagen dit alles met grote interesse en kennis van zaken. Verder was er nog een dansende elf met de gratie van een Cor de Rie. Zoals gezegd was er geen gelegenheid tot uitspattingen in groter verband.

Vriend Ziepzeerder, die behalve een veelprater ook vroegopstaander is, wekte per telefoon vele onschuldige slapers, wat op deze prille zondagmorgen veel godslasterlijke taal en vele bastaardvloeken ontlokte. Een zeer kwalijke gewoonte, dit vroege opstaan. Om half elf werden we in een restaurant samengedreven voor, zoals men ons valselijk voorgaf, een lunch, eigenlijk was het een soort wapenschouw en probeerden de Fransen ons met hun zware jongens te imponeren. Wij van onze kant lieten zien, dat de 700 kg scrum van ons er ook niet om loog. Joop van Vught verborg zich achter de rokken van zijn vrouw.

Mail0001Vóór de wedstrijd deden we nog wat sightseeing, waarbij we haast een Franse auto-meneer verpletterden, wat ons in het politiebureau deed belanden. Ook hier verdeden we onze tijd niet, en formeerden we een stevige scrum tegen de muur van het ambtelijke gebouw. Twee veelbelovende Delftenaren probeerden intussen als kleine Eisensteintjes de zwaartekracht te verklaren. Zo arriveerden we toch nog op tijd in het Stade Buffalo, de zeer morsige arena waar we onze strijd zouden moeten strijden. Knappe en deskundige pennen zullen u deze wedstrijd beschrijven.

Tot slot van het officiële programma van deze dag was er een groot Banket Spectaculair waar het Engelse, het Nederlandse en de Franse teams aanzaten. Het was een prachtig feest met goede wijn, goed eten en goed tafellinnen, zoals later bleek. Onze officials de Heren (!) Boersma, de Boer en Hobbelman zaten tussen allerlei zeer hoge en belangrijke rugbymeneren, alsof ze nooit meer met ons in het Zuiderzeepark op het speeltuinterrein zouden moeten spelen. Zoals ik al zei was het een heerlijk feest. Aan het einde van dit banket gooiden de Fransen hun broeken tegen het plafond, gleden vele rugbyers in dit luxe milieu via de leuningen naar beneden ondanks statige portiers, palmen en marmeren trappen; tenslotte werden enkele plakkers, die in een naburig dansfeest waren binnengedrongen en daar lijfelijk zeer nadrukkelijk aanwezig waren, via een aanzwellend handgemeen op straat gewerkt. Hierna begon de vrije jacht.

Paris - LondresDe rugby-schare viel uiteen in kleine groepjes die ieder op hun manier de wufte genoegens van Parijs probeerden na te jagen. Er zou wel het een en ander te zeggen zijn van al deze groepjes, maar waarom slapende honden wakker gemaakt, per slot van rekening is het de bedoeling dat we nog eens naar Parijs gaan. Ik geloof wel dat iedereen zich best geamuseerd heeft. Maandagmiddag was het een zeer verfomfaaide groep, die Parijs verliet, beladen met eet- en drinkwaren en kleine presentjes voor vrouw en kinderen. De terugtocht was geheel gelijk aan de heenreis, zij het dan in omgekeerde volgorde. Alles verliep volgens de plannen.

Samenvattend kunnen we zeggen dat we een heerlijk feest hebben gehad en een beste wedstrijd hebben gespeeld en gezien en niemand had spijt van de verzopen dubbeltjes. Misschien mag ik de volgende keer weer mee.

Het “technische” verslag werd – in het zelfde nummer van Try van 15 december 1950 – verzorgd door official Nick Hobbelman. Uit zijn verslag kozen we drie fragmenten, gevolgd door de individuele bespreking van de (ooit) Gooiers in het gezelschap: Ab Nordeman, Werner Büchner, Cor de Rie en Piet Dijkman. Gooier Ab Roodlieb, die wel op de teamfoto staat, wordt niet besproken. Was hij reserve?

Parijs B – Bondsteam 33 – 6

Anders dan de score zou vermoeden is dit geen smadelijke nederlaag geworden, en zonder het overwicht van de B-ers maar maar een ogenblik in twijfel te willen trekken, zou ik toch wel van een geflatteerde overwinning willen spreken.

Mail0007Hoewel de Franse bladen spreken van een rugby-lesje dat zij ons gegeven hebben, van het ontbreken van techniek en van een zwakke verdediging, kan ik deze mening niet helemaal delen. Zonder blind te zijn voor de feiten meen ik dat b.v. voor de forwards gedurende de gehele wedstrijd en voor de halves gedurende de tweede helft geen sprake van een lesje is geweest. Mijn indruk is (bevestigd door de Parijzenaars) dat onze forwards niet onderdeden in snelheid en techniek, en qua uithoudingsvermogen zeker de meerderen waren van hun Franse tegenstanders.

Meteen na de aftrap golft het spel op het middenveld heen en weer, en reeds na 5 minuten is het voor ons langs het lijntje duidelijk, dat er niet van een groot krachtsverschil tussen de beide teams kan worden gesproken. Het is mij nog steeds niet duidelijk, waarom vooral in de eerste helft onze forwards niet feller hebben uitgepakt, maar de B-ers gelegenheid gaven zich in te spelen, het spel aan zich te trekken en hun sterke 3/4 lijn de bal toe te spelen. Het is dan ook deze driekwart-lijn, die met razend snelle aanvallen gaten in onze verdediging trekt, en de score eerst langzaam, maar na de rust (11-3) in sneller tempo tot de eindscore (33-6) brengt. Hoewel daar vooral na de rust wel enige aanleiding voor bestond lijkt onze ploeg over een goede mentaliteit te beschikken en blijft volhouden en vechten tot het einde.

Mail0008Dan volgen korte individuele besprekingen van de spelers, waaruit wij de (ooit) Gooiers selecteerden:

WING: Nordeman, goed en zal zeker met een snellere center naast zich nog betere prestaties kunnen leveren.

CENTER: Werner Büchner, heeft gespeeld voor wat hij waard is, doch heeft veel meer snelheid nodig voor een dergelijke wedstrijd.

FORWARD: Cor de Rie, een “slow starter”, bereikte deze keer niet zijn beste vorm, niettemin een “gewichtige” knaap in de scrum, een goede “dribbler” (ik herinner me een door hem zeer goed opgezette aanval).

Mail0009FORWARD: Dijkman, ook Pieter was voor half-time niet wat hij kan zijn en wat hij na de rust wel liet zien. Was soms zeer gevaarlijk en speelde dan zijn bekende “shrewd” spelletje.

Nico Hobbelman sluit zijn verslag als volgt af. Was onze eigen wedstrijd iets waar we toch wel iets van opgestoken hebben, de grote openbaring en les die de wedstrijd Parijs – Londen voor ons was zullen we niet licht vergeten. Dat we er veel van in toepassing mogen brengen en het op onze clubgenoten overdragen.

Comments are closed.