Menu

Jaren 1913-1923

“Rugby, de meest ideale sport” 

In het verhaal over De rugbyers van AFC Quick schreven we over de rugby-avonturen van deze voetbalclub in de jaren 1917-1920. Deels dus nog vóór de oprichting van Nederlands oudste nu nog bestaande rugbyclub, de Delftsche Studenten Rugby-Club (sinds 1918). Quick was de tegenstander van DSR-C in de eerste wedstrijden van de Delftenaren. De rugby-activiteiten van Quick werden vooral gestimuleerd door een tegenwoordig vrijwel onbekende rugbyheld uit de begintijd van het Nederlandse rugby: de heer J.H. van Drooge. Hij is zo onbekend, dat we zelfs geen foto van hem hebben kunnen vinden. Hier meer over hem.

Op 9 februari 1942 schreef de Sportkroniek over de diezelfde dag plotseling op 62-jarige leeftijd in Wassenaar overleden J.H. van Drooge. Hij was bijna 11 jaar, dus sinds 1931, op het bondsbureau van de Nederlandse Voetbal Bond als hoofdambtenaar werkzaam geweest. Daarvoor was hij al als liefhebber in verschillende hoedanigheden voor het Amersfoortse Quick en voor de NVB actief.

“Koninklijke” clubnamen verdwenen in bezettingstijd. Sport in Beeld, 22 september 1941

Hij was onder meer voorzitter en erelid van Quick, scheidsrechter, terreininspecteur en lid van het oostelijk districtsbestuur. Hij had zitting in tal van commissies. Zo was hij secretaris van de commissie voor het amateurisme, waarvan hij de beginselen warm verdedigde. Ook hield hij zich bezig met trainerslicenties, het registreren van clubnamen en het bijhouden van de notulen van de bestuursvergaderingen.

Pim Mulier

Hij werd gekarakteriseerd als een correcte en accurate man. Een volbloed sportman, als voetballer, maar ook als vurig propagandist van het rugby. Dat speelde AFC Quick in 1917-1920 naast voetbal. Rugby vond hij om haar mannelijke en in wezen faire karakter de meest ideale sport. In Sport in Beeld van 16 februari 1942 komen dezelfde aspecten aan de orde, waaraan nog wordt toegevoegd, dat Van Drooge deel uitmaakte van de commissie met de merkwaardige naam Tidrogo. Deze was vernoemd naar de eerste letters van haar leden Timmermans, Van Drooge en Gosschalk. Wat die commissie uitvoerde? Geen idee…

Henri van Booven

Het bestuur van de NVB onderkende Van Drooges capaciteiten. Dat blijkt uit de bespreking in de NVB-bestuursvergadering van januari 1920. Daarover lezen we in de Sportkroniek van 21 januari 1920. Daarin werd voorgesteld een commissie in te stellen om rugby in de zorgen van de NVB te betrekken, totdat er een zelfstandige rugbybond zou zijn gevormd. Van Drooge werd als mogelijk lid van deze commissie gekoppeld aan twee sportieve prominenten, namelijk Henri van Booven en Pim Mulier. Maar het voorstel haalde het niet en de commissie hoefde dus niet in actie te komen. De rugbyers zouden een paar maanden later op eigen kracht een bond gaan vormen.

Het Amersfoortsch Dagblad van 10 februari 1942 vermeldt: “In 1918 vertrok hij naar Amsterdam. (…) Er was toen enige onenigheid, de heer Van Drooge ondervond z.i. te weinig medewerking, vooral in zijn streven om de rugby-sport, waarvan hij een warm voorstander was, ingang te doen vinden”. Blijkbaar was dit een grote teleurstelling voor Van Drooge. Na drie jaar keerde hij weer bij zijn oude club terug.

Meer weten over de oertijd van rugby in Nederland? Ga naar:

Pogingen in Hilversum een rugbyclub op te richten

De eerste rugbywedstrijd in Nederland

De oprichters van RC ’t Gooi

Comments are closed.